De Amsterdamse rechtbank heeft de gemeente verboden om op 1 maart te beginnen met de kap van 25 bomen langs de Weesperstraat ter hoogte van de Hoftuin. Met die kap zou een onomkeerbare stap zijn gezet op weg naar de geplande bouw van het Holocaust Namenmonument op die plek.
De rechter heeft op 28 februari geoordeeld dat met de kap en met de bouw moet worden gewacht totdat later dit jaar duidelijk wordt of de gemeente het Auschwitz Comité terecht een vergunning voor de bouw heeft gegeven. Verschillende bewonersgroepen uit de Plantage en de Weesperbuurt maken al een tijdlang bezwaar tegen het verlenen van die vergunning. Zij zijn niet tegen de bouw van een Namenmonument, maar vinden de nu gekozen plek om meerdere redenen ongeschikt.
Afgelopen najaar verklaarde de bezwaarschriftencommissie van de gemeente een door de omwonenden aangetekend bezwaar tegen het verlenen van een vergunning voor de bouw van het monument ongegrond. Tegen deze uitspraak hebben de omwonenden beroep aangetekend bij de rechtbank, die de zaak op 28 mei zal behandelen. Dat zal voor het eerst zijn dat een onafhankelijke rechter zich over de zaak uitspreekt. De uitspraak van deze week impliceert dat de gemeente de bomen langs de Weesperstraat tot dat moment met rust moet laten en dat het Auschwitz Comité niet mag beginnen met bouwen..
De gemeente is ook veroordeeld tot betaling van de griffierechten en de door de verzoekers gemaakte proceskosten.