Daags voor kerstmis liet de gemeente weten dat het voorliggende ontwerpbestemmingsplan Dijksgracht Oost zal worden teruggetrokken. Het ligplaatsencluster is daarmee voorlopig van de baan. Begin december had wethouder Scholtes de gemeenteraad al in een brief geïnformeerd over de stand van zaken rond het vaarbeleid. De Raad van State had immers eind september het vaarbeleid zoals dat in 2019 door het gemeentebestuur was vastgesteld, van tafel geveegd (zie bericht op deze site van 25 oktober) en in zijn brief zet de wethouder uiteen welke stappen inmiddels zijn genomen en wat de volgende stappen zullen zijn. Hij wijdt een aparte alinea aan de Dijksgracht Oost en het vroegere voornemen om daar een ligplaatsencluster voor 40 rondvaartboten te bouwen. De wethouder schrijft dat als gevolg van de rechterlijke uitspraak de ruimtelijke onderbouwing van het ligplaatsenproject is aangetast en dat het college “onderzoekt of en zo ja in welke vorm de ligplaatsen alsnog gerealiseerd kunnen worden.”
Omwonenden van de Dijksgracht Oost vroegen zich al een tijd af of de gemeente nog langer kon kan wachten met de behandeling van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan dat in november 2023 in procedure was gebracht. De formele wettelijke termijn (oude wetgeving) is wel vrij flexibel maar er is wel een grens, alleen al omdat onderzoeken op zeker moment verouderen. En in dit geval was door de uitspraak van de Raad van State de onderbouwing, de vraag over nut en noodzaak van het hele project, in een heel ander licht komen te staan.
Hoe het allemaal verder moet met het vaarbeleid is vooralsnog een grote vraag. De wethouder schrijft dat er de afgelopen tijd op verschillende niveaus overleg is geweest tussen de gemeente en de reders en het is duidelijk dat er grote verschillen bestaan tussen de belangen en behoeftes van de verschillende type rederijen. Er is bij alle betrokkenen wel grote behoefte aan duidelijkheid en rust en om die reden neemt de gemeente de tijd en worden niet meteen ferme stappen gezet richting een nieuw beleid. De wethouder zegt toe in het eerste kwartaal van 2025 een volgende brief te sturen aan de raad waarin gedachten zullen worden gedeeld over de toekomst.
Al met al ontstaat de indruk dat de wethouder zal wachten met besluitvorming over het ligplaatsencluster totdat echt helder is hoe het nieuwe vaarbeleid eruit zal gaan zien, en daarmee ook welke faciliteiten (bijvoorbeeld ligplaatsen) de gemeente juist wel of juist niet zou willen bieden.
Maar wel heeft het college dus besloten het voorliggende ontwerpbestemmingsplan niet verder in procedure te brengen. Mocht men op zeker moment toch opnieuw kiezen voor de aanleg van een ligplaatsencluster, dan zullen er nieuwe onderzoeken moeten komen, zal men een nieuwe onderbouwing moeten formuleren en zal onder de nieuwe omgevingswet een nieuw traject moeten worden gestart. Het lijkt er dan ook op dat de ligplaatsen er in ieder geval niet binnen afzienbare tijd zullen komen.
Opmerkelijk is dat de gemeente in zijn communicatie naar bewoners toe her en der nog altijd vrolijk een beeld schetst dat het allemaal wel los zal lopen met die ligplaatsen. Het Petersburg Journaal, het krantje van de gemeentelijke projectleiders op de Oostelijke Eilanden en Kadijken, schrijft dat de aanleg van de ligplaatsen “even on hold” staat, alsof het om een kortdurende tijdelijke vertraging gaat. En er wordt dan voor meer informatie verwezen naar de webpagina’s van de gemeente die specifiek gaan over de Dijksgracht Oost. De informatie daar is weinig consistent, maar de boodschap overheerst dat de 40 ligplaatsen er zullen komen, “omdat die nodig zijn vanwege de groei van het aantal passagiersvaartuigen“. De oude tekst dus, van vóór de uitspraak van de Raad van State van september. Maar ook op dat moment hadden bewoners en ambtenaren in hun gezamenlijk document al aangetoond dat er nog heel wat onduidelijkheden bestonden rond die beweerde noodzaak, en dat op veel punten politieke discussie en besluitvorming noodzakelijk was.