Wie vandaag de dag aan het Meester Visserplein denkt, ziet vooral een onafzienbare rij auto’s voor zich die niet weten hoe snel ze bij de IJ-tunnel of het Weesperplein moeten komen. Hoe mooi zou het zijn, bedacht kunstenaar en buurtbewoner Marien Schouten, als dit plein samen met het aangrenzende Jonas Daniël Meijerplein één groene verblijfsruimte voor voetgangers en fietsers zou kunnen worden. En helemaal ideaal zou het zijn als ook de autotunnel onder het plein er deel van zou uitmaken. Onlangs presenteerde Schouten de ideeën van een door hem gevormde denktank aan de Amsterdamse politiek in de brochure ‘Het Nieuwe Meijer-Visserplein’.
Die ideeën gaan ervan uit dat de Weesperstraat op termijn versmald zal worden, waardoor het een gewone stadsstraat wordt en niet meer de doorgaande route die het nu is. Schouten: “Dat geeft rust en maakt het gemakkelijker om de twee pleinen met elkaar te verbinden en te vergroenen zodat er gevoelsmatig een echt plein ontstaat. Onze stelling is dat grote, openbare ruimtes in de stad zeldzaam zijn, en dat je ze moet koesteren en waar mogelijk verbeteren in plaats van ze te verwaarlozen zoals nu al jaren met deze twee pleinen gebeurt.”
Een bonus is volgens Schouten de reusachtige ruimte onder het plein, die ooit bedoeld was als autotunnel maar nu leeg staat. “Het is een langgerekte ruimte met de oppervlakte van een voetbalveld, met een rechtstreekse verbinding met metrostation Waterlooplein en bovendien zijn er op verschillende plekken trappen naar het plein, zodat de tunnel vanaf straatniveau goed bereikbaar is. Het Joods museum, de Portugese synagoge en de Mozes en Aaronkerk kunnen er een informatiepunt inrichten, terwijl er voor de Filmacademie en de Academie voor Bouwkunst ruimtes kunnen komen om werk van hun studenten te laten zien. Wie trouwens denkt dat het wel een heel donkere ruimte zal zijn, vergist zich, want de tunnel wordt op dit moment voor een deel afgedekt door twee enorme platen. In ons plan worden die weggehaald met als gevolg dat er straks een enorme plens licht in de ruimte zal vallen.”
Een bijzonder onderdeel van het plan van Schouten en zijn medestanders, onder wie landschapsarchitect Hanneke Klijne, architect Evelyne Merkx, stedenbouwkundige Zef Hemel en directeur Liesbeth Bijvoet van het Joods Museum, is een ondergronds waterbassin dat hij in de tunnel wil aanleggen naar het voorbeeld van Mexicaanse cenotes, zoetwaterreservoirs om regenwater vast te houden en om hittestress tegen te gaan. “De ondergrondse ruimte moet in onze visie een plek worden met water en veel planten, waar bewoners op warme dagen verkoeling kunnen vinden. Het kan zo ook een showcase worden voor innovaties op het gebied van duurzaamheid.”
Al met al een mooi toekomstvisioen, maar hoe zit het met de haalbaarheid ervan?
“Het zal geld gaan kosten”, erkent Marien Schouten, “maar hoeveel geld zal afhangen van het ambitieniveau van de gemeente.” “Het is trouwens wel allemaal ruimte die de gemeente min of meer cadeau krijgt”, vult Hanneke Kijne aan, “want zowel de pleinen als de tunnel liggen er al, dus wij zeggen: gebruik wat er is, doe aan herbestemming.” Schouten: “Dat idee spreekt mensen aan, merk ik. Ik heb ons plan in de stadsdeelcommissie gepresenteerd en daar waren de reacties zonder meer positief, ook bij het stadsdeelbestuur. Bestuurder Micha Mos is zelfs bij me langs geweest om onze maquette te bekijken. Op dit moment ligt het plan bij een ambtenaar van de dienst Ruimte en Duurzaamheid die een advies gaat schrijven over de haalbaarheid ervan. Wij wachten vol spanning af.”